We nemen je graag mee in een beeld over de plek van de leerkracht in relatie tot de leerling en van de schoolleider in relatie tot de leerkracht. Volgens ons laten deze twee beelden de transitie zien die gaande is in het onderwijs. Zoekende, met vallen en opstaan. En het gebeurt steeds meer.
We hebben de beelden zien ontstaan tijdens een studiedag in het basisonderwijs met 15 directeuren, locatieleiders, een bestuurder en HRM-strategisch beleidsmedewerker en tijdens de Systemische Werkplaats Onderwijs van 22 november 2017, waar we een vraag onderzochten uit het voortgezet onderwijs. De inzichten uit beide settingen brengen we onderstaand samen.
Beelden uit de Systemische Werkplaats Onderwijs
We zien twee werelden. De wereld van de jongere die staat tegenover haar eigen leven en haar toekomst. Achter zich staan de ouders. De jongere maakt de beweging het huis uit, ze stapt steeds meer haar eigen leven in. En we zien de wereld van het schoolsysteem, waar onder anderen de leraar als coach en de leraar als vakinhoudelijk expert en didacticus staan. Tussen beide werelden is er geen verbinding.
Er komt verbinding tot stand als er iets drastisch gebeurt. Binnen het schoolsysteem is er veel onderdrukte emotie: pijn, verdriet, woede. Het wordt niet geuit en zit in de schaduw. Het is voelbaar dat daar ook veel kracht zit.
Terwijl dit speelt, gaat het eigen leven samen met de toekomst en de jongere aan de kant zitten. “Er is zoveel gedoe in het schoolsysteem, alle plezier en energie lekt weg.” Ze stappen eruit.
Dit maakt de leraar als coach wakker en zij maakt de oversteek naar de andere kant van de ruimte waar de leerling zit met haar leven en toekomst.
Als wordt uitgesproken dat de leerling voor haar toekomst ook kennis nodig heeft, gebeurt er iets bij de leraar als vakinhoudelijk expert. Hij maakt ook de oversteek naar de andere kant van de ruimte en staat naast zijn collega de leraar als coach. Het wordt duidelijk dat beiden nodig zijn voor de leerling en dat ze beiden ten dienste staan van het proces waar iedere jongere in het middelbaar onderwijs doorheen gaat, namelijk steeds meer op eigen benen leren staan . Het gaat erom de jongere achter de leerling te zien. Zie ook de inzichten die we hebben opgedaan tijdens een eerdere opstelling. Het gaat niet om coachen òf lesgeven. Het is coachen èn lesgeven, lesgeven èn coachen. Al naar gelang wat nodig is. En de plek is naast de leerling, in verbinding met de leerling.
Beelden uit de studiedag
In dit tweede beeld staat de leerling tegenover datgene dat hij wil leren (zijn doel). Om de leerling heen staan – van links naar rechts, tegen de klok in – open en onderzoekende houding, competenties, zelfsturing, welbevinden, betrokkenheid en kwaliteit van contact.
We nodigen een leerkracht uit zijn plek in dit geheel te vinden. Hij gaat op enige afstand, links van de leerling staan. “Zo kan ik het kind en datgene dat het heeft te leren goed zien.” Het op deze plek gaan staan is van invloed op het geheel. De aandacht van de leerling gaat niet langer uit naar datgene dat de leerling wil leren, maar naar de leerkracht. Met alle andere elementen, zoals betrokkenheid, competenties en welbevinden, gaat het minder.
We onderzoeken welke plek van de leerkracht de elementen krachtiger maakt. Ook deze leerkracht maakt een oversteek. Als de leerkracht rechts van de leerling gaat staan, naast kwaliteit van contact, begint iedereen te stralen en komt er rust in het geheel. “Afhankelijk van de situatie sta ik dichterbij of verder weg van de leerling.” En “wat we hier zien geldt niet alleen voor de relatie leerkracht en leerling, het geldt evengoed voor de relatie directeur en locatieleider – leerkracht en bestuurder – directeur.”
NB. Een deelneemster aan de Systemische Werkplaats Onderwijs maakte een beeldverslag van haar waarnemingen tijdens de opstelling. Deze is via deze link te vinden.