Een standbeeld voor Samuel van Houten

“Hoe werkt de oorsprong van het onderwijs door in het dagelijkse onderwijs?” Deze vraag hebben we systemisch onderzocht bij de Systemische Werkplaats Onderwijs van 18 september 2019.

Als eerste stap hebben we in de ruimte een levenscyclus neergelegd[1], zodat er een structuur kon ontstaan om systemisch te kijken. De aanwezige docent geschiedenis en de kennis uit het boek “Een geschiedenis van het onderwijs in Nederland” van Piet de Rooij waren daarbij helpende bronnen. Onderwijs is er altijd geweest, beginnende bij de monniken, waar later kinderen naartoe worden gebracht en de gildes. Het wordt een nationaal onderwijssysteem onder Willem I.

  1. Ons huidige nationale onderwijssysteem ontstaat als Nederland rond 1800 een ‘natiestaat’ wordt. Om die werkelijk gestalte te geven, wordt ‘nationaal onderwijs’ ingevoerd. Hiermee begint de verstatelijking van het onderwijs. In het Plan van Nationaal Onderwijs (1796) staat: “Allen moeten ten kosten der Maatschappij die kundigheden kunnen verkrijgen welke zij van hen zal vorderen.” Er worden belangrijke richtlijnen voor het godsdienstige gehalte van het onderwijs geformuleerd. Omdat het christelijk geloof het fundament van de samenleving was, was het ondenkbaar om hier geen aandacht aan te schenken. De formulering werd: “dat de onderwijzer bij alle gelegenheden nimmer moet verzuimen om zijne leerlingen liefde voor het opperwezen in te boezemen en hen de deugt als hoog beminnelijk af te schilderen. Zeker is het , dat hetzelfde niet vermengd moet worden met eenig dogmatisch leerstelsel.”
  2. Willem I bemoeit zich dus ook actief met het godsdienstig gehalte van het onderwijs. Hij opent actief lagere scholen in Vlaanderen om de Nederlandse taal en het christelijk geloof te verspreiden.
  3. In de 19e eeuw zijn er barre fysieke omstandigheden in de fabrieken. Samuel van Houten zag dat er veel kindersterfte was in de fabrieken. Hij stelde dit aan de kaak en trok zich het lot van de kinderen aan. Als alternatief voor het werken wilde hij dat kinderen naar school gingen. Dit leidde tot het Kinderwetje van Van Houten (1874).

Deze drie elementen (natiestaat, religie en Samuel van Houten) leggen we neer bij de oorsprong van het onderwijs. Er zit veel energie op. Een van de deelnemers gaat als representant op de plek van Samuel van Houten staan en een andere deelnemer op de inmiddels toegevoegde plek voor de industriëlen (fabrieken). Bij beiden is er veel kracht en de economische motieven beseffen dat ze niet om Van Houten heen kunnen en gaan zoeken naar innovatieve oplossingen voor het verlies van (kinder-)personeel.

Het lijkt erop dat in de oorsprong van ons nationale onderwijs zichtbaar wordt dat het onderwijs verschillende belangen dient: politiek-maatschappelijk, religieus, moreel appél ten behoeve van de kinderen. Samuel van Houten lijkt het belang van het kind centraal te stellen.  

Er lijken een aantal lijnen en patroonherhalingen door te lopen naar het huidige onderwijs, die zich manifesteren in vraagstukken die ook in onze tijd spelen.

Het huidige onderwijs, net als bij de oorsprong, heeft te maken met verschillende belangen. Nu zijn dat kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming (Biesta). Elke school zoekt naar de balans in de drie doeldomeinen en ervaart de spanning in de dagelijkse praktijk: waartoe zijn we school? Om kennis over te dragen? Om leerlingen te vormen of om aan hun persoonlijke ontwikkeling te werken?

Patroonherhaling vanuit de oorsprong naar het heden

De maatschappelijke problemen worden zichtbaar in het onderwijs en van het onderwijs wordt gevraagd oplossingen te vinden. Toen waren dat de invloeden van de natievorming en de religie op het onderwijs. Nu lijkt dat de introductie van burgerschapsvorming en de discussie rondom artikel 23 van de Grondwet.

Daar waar er destijds barre fysieke omstandigheden waren voor de kinderen, lijken de kinderen van nu vooral te maken te hebben met sociale, emotionele en mentale problemen (o.a. op jonge leeftijd burn-out).
Toen ging Samuel van Houten (als liberaal) staan voor de kinderen. De vraag is nu: welke volwassene (politicus) gaat er staan voor de kinderen van nu?

Tot slot

Dit blog is een beschrijving van de opstelling, waarbij de deelnemers hebben teruggeblikt. Wij kwamen tot de conclusie, dat erkenning nodig is voor de oorsprong van ons onderwijs. Dat het onderwijs een instrument is van de maatschappij om diverse doelen te dienen (religie, natievorming en belang van het kind). Door te erkennen komt er ruimte om na te denken over nieuwe onderwijsvormen.
En, Samuel van Houten? Hij verdient een standbeeld, omdat hij de moed had om te gaan staan voor de kinderen.


[1] NB Dit is een levenscyclus vanuit een oude symboliek, waarin het oosten de geboorte vertegenwoordigt, via het zuiden naar het westen volwassen wordt en het noorden de overgang naar de nieuwe fase.