Wat wil het lerarentekort voor het onderwijssysteem zichtbaar maken? Deze vraag stond centraal in de Systemische Werkplaats Onderwijs van 30 januari 2019.
Bij de vorige Werkplaats hebben we het thema ‘lerarentekort’ ook onderzocht. En we waren nog niet klaar met het onderzoek. Daarom hebben we, uniek in de geschiedenis van de Werkplaats, voor een tweede keer hetzelfde thema centraal gesteld.
Aanwezig bij de Werkplaats zijn een directeur basisonderwijs, twee hogeschooldocenten, een directeur professionalisering van een basisschool bestuur, een onderzoeker en een trainer in het onderwijs. Femmy Wolthuis en ik begeleiden.
Inzichten uit de Systemische Werkplaats Onderwijs
In de opstelling staan de elementen: bezieling, het onderwijssysteem, het lerarentekort, de kloof (segregatie), de leidinggevende, de moeder en het kind. Later komt de leraar en de vader in de opstelling.
In het begin van de opstelling is er veel zwaarte, angst en verstijving bij de representanten.
- De kloof in het onderwijs is op verschillende plekken/ lagen zichtbaar.
- Het kind verveelt zich
- De moeder is de enige die nog de ontwikkeling van het kind draagt en zegt: “Het is niet aan mij om de enige te zijn, die de ontwikkeling van het kind draagt”.
- De bezieling is verstijfd.
- Het lerarentekort staat op haar tenen
- Het onderwijssysteem is in zichzelf gekeerd en op sterven na dood.
In het tweede deel van de opstelling gebeurt het volgende
- De kloof is voelbaar en zichtbaar tussen verschillende partijen in de opstelling
- De leraar probeert contact te maken met de moeder en hanteert de verkeerde taal. Angst houdt deze relatie in haar greep
- Het kind voelt zich schuldig en verdrietig naar de leraar, dat hij het zo zwaar heeft
- Het onderwijssysteem is in rouw, het is failliet
- De vader is aan de familiekant van de opstelling afwezig
- De leraar heeft erkenning nodig dat hij het zwaar heeft
- De leidinggevende is zoekende naar haar plek en ondersteunt de leraar: “Ik geloof in je”. Dit werkt helend voor de leraar.
- De ouders hebben erkenning nodig dat zij het zwaar hebben
- Bezieling staat niet in zijn kracht, afwisselend staat hij met open en gesloten hart.
In het derde deel van de opstelling gebeurt het volgende
- Moeder draagt een rugzak/last met zich mee en legt deze van zich af
- Vader kan nu in het systeem komen en het kind is bang dat de vader weer weggaat
- Nu kan de leraar ook meer in zijn kracht komen en er ontstaat een voorzichtige verbinding tussen ouders en leraar.
- De leidinggende is zoekende naar haar plek
- Bezieling kan nu meer in zijn kracht komen
In het vierde deel van de opstelling wordt de ordening helder
- In een halve cirkel staan achtereenvolgens
- Het onderwijssysteem (Den Haag) vitaler en levendiger
- De leidinggevende staat rechts van het onderwijssysteem
- De leraar daarnaast
- Vader en moeder staan naast elkaar, met het kind spelend in de buurt
- Tegenover de halve cirkel staat bezieling, vitaler en levendiger
Systemische analyse
Het huidige lerarentekort maakt zichtbaar dat er op verschillende plekken een kloof/segregatie is in het onderwijs. De verschillen zijn groot. Als de school een mini-samenleving vormt, dan heeft een leraar met al deze verschillen (kloven) te maken in zijn klas. En heeft de leidinggevende met deze kloven in zijn school te maken. En die kloven komen het onderwijssysteem niet ten goede. Het voelt zwaar, er is angst, verdriet en wantrouwen tussen verschillende betrokkenen. Voorbeelden die we gezien in de opstelling hebben gezien, zijn de kloof tussen:
- Ouders en leraar
- Onderwijssysteem en leraar
- Leidinggevende en leraar
Het effect is, dat geen enkele betrokkene in haar kracht kan komen. De bezieling verdwijnt. Het doet iedereen pijn. Het lijkt erop, dat de moeder in het systeem als enige nog de ontwikkeling van het kind draagt. Dit lijkt een archetypisch beeld. Door deze last (in de vorm van een rugzak) van de moeder te erkennen, kan de moeder de last van zich afleggen. En is er ruimte mogelijk voor de vader terug te keren (en mogelijk ook voor de mannelijke leraar om terug te keren).
Door alle betrokkenen is behoefte aan erkenning, dat het zwaar is in het huidige onderwijssysteem. De ouders en leraar hebben erkenning naar elkaar uit te spreken. Als dat gebeurt, kan er weer verbinding ontstaan en kan de energie gaan stromen.
De leidinggevende heeft een belangrijke rol door naar de leraar te zeggen: “Ik geloof in je”. Door deze erkenning kan de leraar in zijn kracht komen en kan de bezieling terugkeren. De leraar heeft dan de moed bij zichzelf te vinden om werkelijk te gaan staan.
Na de erkenning is het van belang dat alle betrokkenen gezamenlijk, ieder vanaf zijn eigen plek, de verantwoordelijkheid te nemen voor de ontwikkeling van het kind.
Beide ouders, moeder en vader, zijn belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. Als beiden aanwezig zijn, is het kind levendig en komt er ontspanning.
De leidinggevende is zoekende naar zijn plek. Hij probeert op diverse plekken verbinding te maken. Het lukt uiteindelijk aan de rand van het onderwijssysteem, als verbinding naar de buitenwereld. De leidinggevende is het hart van de school.
Voor de bezieling (het hart) is het hard werken om het hele onderwijssysteem bij elkaar te houden. Er is verwerking van rouw nodig, het verdriet in het onderwijssysteem mag gezien worden. Daarmee kan de fase van rouw afgerond worden. Als angst en wantrouwen benoemd mag worden, lucht dat voor het onderwijssysteem op.
Verder lezen
Mijn collega Femmy Wolthuis, met wie ik deze Systemische Werkplaats Onderwijs heb begeleid, schreef ook een verslag van deze bijeenkomst. Dat verslag vind je hier.
Auteur: Sander Galjaard