We hebben een gedicht gedanst
Poëtisch bewogen
De levende vraag
Vol van de dood
Geworpen om te koesteren
Op onze schoot
– Jelle Ris, deelnemer Systemische Werkplaats Onderwijs 12 maart 2025 –
Inzichten uit de Systemische Werkplaats Onderwijs 12 maart 2025
De opstelling begint met koud, zwaarte, misselijkheid, pijn in de hals en donkerte. Het ‘zijn’ wordt genegeerd. Geen enkel element kijkt ernaar in de opstelling. Sterker nog, het staat in een hoek. Hoort er niet bij. Wordt vergeten. En lastig gevonden. ‘Wat een gedoe’. Vanuit systemisch transitiemanagement gekeken zou je kunnen zeggen dat dit A is, de beginsituatie. Er ontstaat beweging, urgentie, als verval in de opstelling komt. Daarna komt het niet-weten en onderzoeken in de opstelling. Dit brengt voorzichtig optimisme en enthousiasme en een eerste voorzichtige beweging uit A. Als de punt – van het ‘een punt maken’, van stelligheid – uit de opstelling stapt, ontstaat er ruimte voor het ‘zijn’ en verval om een beweging te maken naar het midden van de opstelling. Daardoor ontstaat verbinding met Ik. De krachten van zijn en verval zijn zo groot, dat het ik steun nodig heeft. Er ontstaat gemeenschap om haar heen.
Verval beweegt naar regeneratief en geeft aan: Ik hoor bij jou. Ik ben er. Dit brengt in eerste instantie diep verdriet teweeg. Als dit doorleeft is, ontstaat er ruimte voor verbinding. De circle of life wordt hier zichtbaar. Dood en leven krijgen een plek. Dat brengt een intense levendigheid teweeg. Daarmee hebben we mogen proeven aan B, het nieuwe dat wil ontstaan. We hebben te leren hoe we kunnen leven met de dood op onze schouders. Dan leef je echt regeneratief onderwijs voor.
Wat ook zichtbaar wordt in de opstelling gaat over ordening, wat komt er op de eerste plek? Het is heel duidelijk, het leven staat centraal, niet het onderwijs. Onderwijs hoeft niet op te lossen, het is. Het onderwijs is dienend aan het leven. Het gaat niet om onderwijs, maar om iets anders en daarna is er onderwijs om dat mogelijk te maken. Dat betekent per definitie dat daar ook de verbinding is met de natuur, de ander en jezelf. Het betekent ook dat je insluit dat er verval en dood is. Dat is een normaal gespreksonderwerp. Je leert met elkaar als gemeenschap hoe je door de cycli van het leven gaat, van geboorte, afscheid, rouw en betekenisgeven en nieuw begin. Het betekent ook met je hart de seizoenen van het leven insluiten. We hebben te leren om pijn en verdriet in te ademen en via ons hart te transformeren. Onderwijs zou dan betekenen dat we gemeenschappen vormen waar de kinderen en jongeren dat leren, samen met de ouders en andere betrokkenen. Daarmee komt ook echt het leven weer centraal te staan.
Als het hele leven centraal staat en we het daarmee hebben over meer generaties, dan hebben we ook een gemeenschap waar niet alleen kinderen zitten van 0 tot 18 jaar begeleid door volwassenen, maar waarbij ook de link is met de oudere generatie. Zo wordt in de gemeenschap de circle of life zichtbaar.

Lees verder via onderstaande link
Je pijn is het breken van de schaal die je begrip omsluit.
Net zoals de steen van de vrucht moet breken,
Opdat zijn hart in de zon mag staan, zo moet je pijn kennen.
En als je je hart in verwondering zou houden over de dagelijkse wonderen van je leven, zou je pijn niet minder wonderbaarlijk lijken dan je vreugde;
En je zou de seizoenen van je hart accepteren,
Net zoals je altijd de seizoenen hebt geaccepteerd die over je velden gaan.
En je zou met sereniteit door de winters van je verdriet kijken.
– Kahlil Gibran –
Verloop van de opstelling
In onderstaand verslag nemen we je mee in wat we hebben gezien tijdens de opstelling op 12 maart 2025 in het kader van de Systemische Werkplaats Onderwijs. Je kunt het verslag lezen als een ontmoeting tussen de verschillende elementen die zijn opgesteld: Ik, Ben, Regeneratief, Onderwijs, Punt, Verval, Vraagteken, Leven en Dood. Er ontstaat een gesprek dat we later betekenis hebben geven en vertalen naar de dagelijkse praktijk van ons werk in het onderwijs. Zie bovenstaand.
We starten met het opstellen van de elementen uit de zin ‘Ik ben regeneratief onderwijs punt’. Deze elementen vinden zelf een plek in de ruimte:

Als we bij de verschillende representanten van de elementen ophalen wat ze in hun lichaam ervaren, vertellen ze het volgende:
Ik word koud bij binnenkomst van Onderwijs.
Ben voelt zich zwak en wiebelig. Ze ervaart misselijkheid, geen contact met Onderwijs.
Regeneratief is licht en naar buiten gericht en ervaart de rest van de opstelling als donker, zwaar. Geen contact met de andere elementen.
Onderwijs geeft aan niet te weten wat haar plek is. Ze is ook zoekend naar haar plek, terwijl ze in de opstelling komt.
Punt ervaart druk op de borst. Er ontstaat pijn in de hals als Ik spreekt. Punt heeft de neiging naar Ik te bewegen. Ze ziet de achterkant van Ik en dat roept de reactie op: “Huh?” Punt wil eigenlijk naar de kinderen die buiten de ruimte aan het spelen zijn en zegt: “En hier (in deze opstelling) is het te doen.”
De elementen in de opstelling krijgen de uitnodiging om de beweging die hun lijf wil maken te volgen. Er ontstaat een nieuw beeld:

Punt draait zich naar Onderwijs en staat daarmee met de rug naar Ben.
Onderwijs geeft aan dat dit spannend is. Punt krijgt kippenvel. Voor Ben is het spannend dat Punt wegdraait, ‘ik kan haar zo niet zien’. Het is onrustig in de maag. Ze kan niet bewegen, dat is te spannend.
Ik geeft aan dat het het nog kouder wordt als Punt spreekt. En zegeeft aan dat er al een tijdje een zin door haar heen gaat, net iets anders dan de zin die is opgesteld: “Onderwijs, ben ik regeneratief?”
Met deze vraag ontstaat ruimte in de opstelling:
De zin geeft lucht bij Onderwijs. Zegeeft aan dat het verdriet dat ze gedurende de opstelling ervaart, weggaat. Dit komt terug als Ben beweegt. Het heeft te maken met verlies, verlangen. Ben staat voor haar ver weg.
Ik krijgt het warm: “Ik sta veel meer.” Ik verwart Ben met Regeneratief.
Punt geeft aan: “Het is geen vraagstelling, punt! Ik moet in het midden staan, ik wil iedereen aankijken.” Punt beweegt naar het midden enmaakt vanuit die plek contact met Ben “Kom erbij, doe gewoon mee.”
Regeneratief geeft aan dat de vraag opent. Door de vraag ontstaat er verbinding met Onderwijs.
Ben geeft aan: “Als het moeilijk wordt, word ik gewoon overgeslagen. Het wordt in de opstelling misschien lichter, hier is verdriet.”
Het wordt steeds duidelijker, Ben wordt genegeerd. Geen enkel element kijkt ernaar in de opstelling. Sterker nog, het staat in een hoek. Hoort er niet bij. Wordt vergeten. Lastig gevonden.
Ben wordt zichtbaar als een nieuw element, Verval, aan haar voeten gaat zitten. Niet dat de elementen er dan verbinding mee willen maken. Alleen Punt kan het zien. Voor de andere elementen wordt Ben er nog minder aantrekkelijk van. “Het is niet om aan te zien”.
Vraagteken komt in de opstelling. Het volgende beeld ontstaat:

De representant van Vraagteken geeft aan voorzichtig optimisme te ervaren. Er is ook enthousiasme.
Ik geeft aan afwachtend te zijn en te ervaren ‘Kom maar op.”
Onderwijs geeft aan dat ze met de komst van Vraagteken naar Ben kan kijken.
Punt staat recht tegenover Vraagteken en maakt zichzelf groot. Het wil wel een robbertje vechten met Vraagteken. Alsof ze iets te verliezen heeft.
Regeneratief geeft aan Punt irritant te vinden, is gericht op Vraagteken.
Ben is nog steeds zwaar. Ben geeft aan dat het fijn is dat Verval er is. Ze is lichter sinds dit element aan haar voeten zit. Ben geeft aan dat Onderwijs steeds in of uit het zicht is. Vraagteken en Punt vormen een poortje waar Ben doorheen kijkt naar Onderwijs.
Ben wil erkenning van, wil worden gezien door Ik en Onderwijs.
Verval geeft aan: “Ik ben er. Deal with it.” Verval wil erkenning van Regeneratief: “Ik hoor bij jou.”
Vraagteken geeft aan dat het enthousiasme minder is sinds Ben heeft gesproken. Er is minder blijdschap. Er is nog wel steeds voorzichtig optimisme.
Ook al staan ze in een hoek, zien andere elementen ze niet of willen ze er vandaan kijken, Ben en Verval horen erbij, zoveel is duidelijk. Er ontstaat behoefte aan verbinding, het is de vraag wie daarvoor in beweging komt. Ben en Verval hebben die neiging niet.
Ik vraagt aan Ben om een stap dichterbij te zetten. Onderwijs maakt zich kleiner. Ben vraagt aan Ik “Wat vraagt het van jou als ik een stap dichterbij komt?”. Ik geeft daarop antwoord door te vertellen wat het haar gaat opleveren, in plaats van wat het haar kost als Ben dichterbij komt te staan.
Als dit als waarneming wordt benoemd, draait Onderwijs draait zich weg, Ik beweegt naar de zijkant, Punt stapt uit de opstelling. Regeneratief beweegt naar het Vraagteken. Het volgende beeld ontstaat:

Er ontstaat verbinding tussen Ik, Ben en Verval. Ben en Verval voelen heel groot, het gaat om grotere krachten. Verval wordt als zijnde Shiva, de Vernietiger. Ik wordt heel klein. Er worden drie representanten als hulpbronnen bij Ik geplaatst om in verbinding te kunnen blijven: eerdere generaties, andere hulpbronnen. Ik ziet Ben en Verval nu als één en voelt zich warm worden. Verval is liefdevol en samen met Ben.
Onderwijs en Regeneratief ervaren voorgaande als zwaar en gedoe waar ze geen zin in hebben. Ze willen gaan. Ook Punt vindt het gedoe. Ook vindt Punt het niet leuk om alleen te staan. Hij voelt zich geen onderdeel meer en gaat zitten. Ben en Verval geven aan dat Punt er wel degelijk bij hoort. “Als je voortdurend je punt maakt, sta je alleen.”
Ben en Verval zetten een stap naar het midden toe. Verval wil naar Regeneratief en zoekt verbinding met Punt.
Onderwijs voelt zwaarte en herkent Verval niet.
Verval gaat tegenover Regeneratief staan. Regeneratief kijkt niet en voelt heel diep verdriet.
Verval zegt: “Dat is niet erg. Ik ben er gewoon. En daarom is er soms verdriet. Punt.” Ze geeft aan van zichzelf licht te zijn.
Regeneratief: “Dood en leven vormen de levenscyclus.”
Dood en Leven komen als element in de opstelling. Dood staat dicht achter Verval. Verval leunt er zachtjes tegenaan, terwijl ze in zichzelf geaard blijft. Er is warmte in de verbinding tussen Dood en Verval.
Leven gaat achter Regeneratief staan. Regeneratief voelt de support van Leven achter zich. Dat brengt bij hem ontroering.
Dood heeft een geruststellende uitwerking op de opstelling.
Regeneratief en Verval geven elkaar één hand. De verbinding die ontstaat, is voelbaar in de hele opstelling.
Onderwijs zegt: “Het draait niet om mij.”
Ben wordt sterker door de aanwezigheid van Dood
Punt en Vraagteken geven aan dat ze niet langer nodig zijn.
Leven en Dood staan ook hand in hand met elkaar. Ze vormen samen met Regeneratief en Verval een heel krachtig, levendig veld. Daarmee eindigt de opstelling.