“Hoe creëer ik een veilig schoolklimaat?”, zo luidt de vraag van een basisschooldirecteur. Deze vraag hebben we onderzocht door middel van een opstelling – een 3D weergave van het krachtenveld waarin deze vraag speelt, waarbij mensen de verschillende elementen uit de vraag representeren. Plaats van handeling: de Systemische Werkplaats Onderwijs van 20 januari 2016. Onderstaand delen we een aantal waarnemingen en inzichten die mogelijk ook bruikbaar zijn in de context van andere scholen.
Ruimte
De schooldirecteur wilde graag onderdeel zijn van het team. Het blijkt voor de veiligheid van belang dat de directeur erkent dat hij zijn eigen plek heeft, los van het team. Vanuit deze eigen plek kan de verbinding met het team worden gemaakt.
Ook is het belangrijk dat de directeur het team ruimte geeft. We hebben letterlijk gezien hoe de levendigheid en het contact tussen leerkrachten, kinderen en ouders verstard als de directeur te dichtbij wil komen. Alsof er gezegd wordt: ‘Heb vertrouwen in onze professionaliteit en geef ons de ruimte om dat te doen waar we goed in zijn en waarom we als leerkracht zijn gaan werken, namelijk contact maken met het kind’.
Regels en procedures en het contact met het kind
Deze behoefte aan ruimte en vertrouwen komt ook naar voren in relatie tot regels, procedures en afspraken. De afstand tussen het team en de kinderen is letterlijk groot en het team staat er verstard bij als de regels en procedures een belangrijke plek innemen.
In de opstelling komt naar voren dat de regels en procedures zijn vastgesteld met de intentie om de leerkrachten te faciliteren in hun werk. Dit wordt in de praktijk duidelijk anders ervaren. De leerkrachten komen in beweging als de volgende stappen zijn gezet:
- erkennen dat het instellen van regels en procedures in de praktijk anders uitpakt dan de bedoeling was,
- onderkennen dat de intentie voor het vaststellen van de regels en procedures is geweest om de leerkrachten in hun werk met kinderen te ondersteunen
- en er wordt door de schooldirecteur expliciet tegen het team gezegd ‘Ga maar, ga maar richting de kinderen’
Heel langzaam en onwennig komen de leerkrachten in beweging, want ze zijn het niet meer gewend om zo dichtbij de kinderen te kunnen staan en echt contact te maken. En ze gaan, op eigen kracht, geleid door het verlangen contact te maken met de kinderen.
De rol van ouders
In de opstelling zijn de ouders inmiddels achter de huidige kinderen en de toekomstige kinderen gaan staan. Ze kijken uitnodigend naar het team en moedigen aan om te komen. Als het team bij de kinderen en ouders staat, zegt het: “Dit is lang geleden.” “Geef me de tijd.” En “Ik ben moe.”
De beweging van het team / de leerkrachten richting de kinderen met daarachter de ouders zorgt verschillende waarnemingen bij de aanwezigen. De directeur gaat stralen, de kinderen en ouders ook. Deelnemers die de opstelling vanaf de zijkant beleven zijn geraakt en ontroerd door deze beweging of voelen juist mee met het geleden leed van het team. De beweging voelt voor iedereen als belangrijk en wezenlijk.
In de opstelling spreken de ouders tot het team: “Dit zijn onze kinderen. We vertrouwen ze aan jou toe en willen je vragen goed voor hen te zorgen.”Het team reageert met ‘Dank je wel.” Een belangrijke zin die nog meer rust brengt in de opstelling. De zin ordent: eerst zijn er de ouders in het leven van het kind, de leerkracht mag tijdelijk zijn bijdrage aan de ontwikkeling van het kind leveren. “Dank je wel.”
De ouders spelen eerder in de opstelling al een belangrijke rol door aandacht te vragen voor dat wat belangrijk is, namelijk de kinderen. Wanneer de ouders dit doen, veert het team op. Er komt een bepaalde alertheid en levendigheid terug.
Het belang van gevoel en zachtheid van de directeur
Tenslotte wordt aan het einde van de opstelling zichtbaar dat ‘het innerlijk gevoel’ van de directeur een belangrijke rol speelt in het contact kunnen maken met het team, de ouders en de kinderen en daarmee bij het creëren van een veilige sfeer op school. De neiging van de directeur is om eerst contact te maken met het team, de ouders en de kinderen, zodat hij bij zijn eigen gevoel kan komen. Steeds als deze beweging wordt gemaakt, verstarren het team, de ouders en de kinderen en nemen ze afstand van de directeur. Pas op het moment dat de directeur eerst contact maakt met zijn eigen gevoel en zachtheid, kan hij verbinding maken met het team, de ouders en de kinderen.
Het is van belang dat de directeur zijn hoofd en hart met elkaar weet te verbinden en vanuit zijn eigen kracht en zachtheid het contact legt met de ander. Van daaruit ontstaat verbinding. Indachtig de opstelling die beschreven wordt in Hier draait het om zou je ook kunnen zeggen dat dit het belang verbeeld van het verbinden van het mannelijke (het regelen, de buitenwereld) met het vrouwelijke (ontvangen, de binnenwereld) in de directeur.
Femmy Wolthuis
Januari 2016
De bron van de foto vind je hier