Ongeveer anderhalf jaar geleden kreeg ik een uitnodiging van Femmy Wolthuis om in gesprek te gaan. Als anderen het initiatief nemen om contact te zoeken, ga ik daar altijd op in. Kennelijk hebben zij een reden. Bij Femmy was dat om te praten over systemisch werken in het onderwijs. Ik was daar al een tijdje mee bezig en had al een aantal systemische werkplaatsen georganiseerd.
Na een uur praten waren we er eigenlijk al uit. We hadden allebei een verlangen en wens om ‘iets’ te doen met systemisch werken in het onderwijs. Startend vanuit nieuwsgierigheid besloten we om een systemisch onderzoek naar het Nederlands onderwijsveld te doen. Wat? zul je je misschien afvragen. Een systemisch onderzoek naar het Nederlands onderwijs? Wat is dat dan? Hoe ziet dat eruit? Wat doen jullie dan? Mogen jullie dat wel?
Femmy (SDO 23) en ik (SDO 16) hebben de opleiding systeemdynamiek in organisaties gevolgd bij het Bert Hellingerinstituut in Groningen. Door al een tijdje bezig te zijn met de systemisch werkplaats onderwijs wist ik al dat er heel veel adviseurs, trainers, therapeuten, leerkrachten, leidinggevenden in en om het onderwijs bezig zijn met systemisch werken in het onderwijs. Wat ik heb waargenomen, is dat ieder op z´n eigen manier bezig is met de vraag: hoe verbinden we die twee? Ik zie ook dat er verschillende initiatieven en manieren ontstaan om systemisch werken te introduceren in het onderwijs: bijvoorbeeld door middel van een systemische pedagogiek, het werken met IB-ers, managementteams, meer vanuit de consultancy-aanpak met opstellingen. Kortom: we zoeken naar ingangen. Ik zie op dit moment ook, dat systemisch werkers samenklonteren. Ze zoeken elkaar op. Daar waar ze eerst zelf geëxperimenteerd hebben, willen ze nu hun ervaringen gaan delen. Daar wordt het voor veel systemisch werkers spannend. Wat gebeurt er?
Ik koppel het antwoord aan mijn eigen samenwerkingservaring met Femmy. Wij hebben aan het begin van onze samenwerking heldere afspraken gemaakt over hoe we samenwerken en wat daarin voor ons belangrijk is. Een van de dingen was: als er iets is, leg het op tafel. We bespreken het, kijken ernaar en benoemen het. Dit heeft ons meerdere malen geholpen. Bijvoorbeeld als het (te) lang stil was van één kant. Of wanneer er een rekening betaald moest worden. Of wanneer de erkenning uitbleef dat een van ons qua tijd en aandacht een extra inspanning had verricht. Terugkijkend hebben deze dingen te maken met de balans in geven en nemen. Femmy en ik doen het onderzoek naast ons andere werk. Dat betekent een inspanning van ons allebei, ook discipline. We kwamen er al werkend weg achter, dat Femmy kwaliteiten heeft die ik niet heb en vice versa. Beiden dragen wij bij aan het grote geheel en aan onze ‘opdracht’: het systemisch veld in het onderwijs zichtbaar maken en onderhouden. Wij hebben gereflecteerd op ons proces. Waar we op uitkwamen was ‘vertrouwen’. Wij hebben vertrouwen in elkaar, en als we dat even niet voelen (wantrouwen), dan zoeken we dat uit. Het principe van vertrouwen is hot op dit moment. Het leeft in allerlei varianten en in allerlei sectoren: het nieuwe organiseren en de nieuwe economie is gebaseerd op vertrouwen. Terug naar onze samenwerking: om ons eigen systemisch veld te creëren, starten wij altijd met de oprechte vraag: “Hoe is het met je?” Om daar vervolgens een tijd bij stil te staan, te zijn. Als het genoeg is (en we voelen dat allebei aan wanneer dat is), gaan we over naar onze ervaringen met ons onderzoek. Dat doen we elke keer. We praten over wat we zijn tegen gekomen en we kijken al pratend wat er zich aandient. Praten terwijl we tegelijkertijd verbonden zijn met het systemische, wetende veld in het onderwijs. Het is meerdere keren gebeurd, dat dingen die spelen tussen Femmy en mij een patroonherhaling in het onderwijs weergeven (vertrouwen-wantrouwen, balans tussen doen en zijn etc.).
Tot slot: wat doen we dan met het systemische veld in het onderwijs? Waar het tot nu toe op lijkt, is dat door in contact te gaan over het systemische onderzoek naar het Nederlandse onderwijs veld, wij al bezig zijn om het veld zichtbaar te maken. In het contact ontstaan veelal mooie ontmoetingen met andere systemisch werkers. Het lijkt erop, dat het (tot nu toe) nog niet zo zit in de artefacten zoals websites, blogs etc. Het gaat erom, dat elke systemische werker zijn eigen veld creëert in zijn omgeving en deze zo goed mogelijk voedt, onderhoudt en laat groeien. In tijd én in ruimte. Ik ontmoet in mijn contact steeds meer mensen die graag willen geven en aan wie ik graag wil geven, waar ik een vertrouwensband mee heb. De uitnodiging is om datzelfde te doen.
12 maart 2015
Sander Galjaard