Wat leerkrachten en ouders delen: kwetsbaarheid

Systemische Werkplaats Onderwijs 3 februari 2021

Tijdens deze online Werkplaats onderzoeken we de vraag die bij meerdere deelnemers speelt:

“Hoe kan ik het systemisch werken meenemen in mijn werk als onderwijsadviseur en docent? En: “Hoe krijg ik onderwijsprofessionals mee in het belang van het systemisch kijken in het onderwijs?”

Waar systemisch kijken voor staat

Gedurende de opstelling wordt duidelijk dat het niet zozeer gaat om het ‘systemisch kijken’ an sich. Systemisch kijken staat voor een innerlijke houding waarmee iemand aanwezig is en waardoor er verbinding kan ontstaan:

  • Oprecht nieuwsgierig zijn naar wat er speelt bij de ander. Door uit te nodigen met ‘vertel …’ of door in eigen woorden terug te geven wat je de ander hoort vertellen, zowel verbaal als non-verbaal, voelt de ander zich gehoord. Daardoor ontstaat er ontspanning, bij degene die spreekt en bij het geheel. Dat brengt ons bij een tweede element van systemisch kijken:
  • Erkennen en insluiten wat er is. Dus geen emoties of meningen buitensluiten, omdat ze lastig zijn. Alles heeft een plek en is welkom. Wat leidt naar een derde element van systemisch kijken:
  • Het hele systeem in beeld willen krijgen. Het systeem compleet maken door ook aandacht te vragen voor wie of wat vergeten wordt. Door te vragen: ‘Zijn we compleet?” “Hebben we iedereen in beeld?” “Wie of wat zien we hier mogelijk over het hoofd?” “Wat mag er eigenlijk niet zijn?” Een mooi voorbeeld uit deze Werkplaats is, dat in gesprek over het onderwijs al snel de vraag opkomt: “Waar zijn de ouders in dit geheel?”   

Kwetsbaarheid van leerkracht en ouders erkennen geeft verbinding
Vanuit die vraagstelling ontstaat een opstelling en dienen zich de volgende elementen aan: de vraaginbrenger, school, ouders van het jonge kind, de lerende, de leerling/het kind, systemisch kijken, oordelen, de afgewezen ouder, onderwijzend personeel/docenten en onrust. Hieronder lees je een puntsgewijs verslag van de inzichten van de verschillende elementen.

Het woord kader, uitgesproken door school, roept veel op, vooral bij docenten. Er lijkt een zich herhalend en daarmee vastlopend patroon te ontwikkelen tussen school en docenten. De docenten hebben het gevoel van vastgezet worden. Moeten. Daar is verzet tegen. Terwijl school het bedoelt als speelveld vaststellen. Er is angst bij docenten dat er van bovenaf dingen worden opgelegd.

Het woord kader wordt door docenten gekoppeld aan directie, inspectie, bestuur. School heeft daarop een andere zienswijze. School is veel groter dan alleen directie, inspectie en bestuur.

Vragen en nieuwsgierigheid van systemisch werken brengen beweging in dit vastgelopen patroon.

School: “Ik ben wel te vertrouwen. Met het kader is er veel ruimte, voor iedereen. Oordelen hebben een functie gehad bij de bescherming van het onderwijzend personeel om niet geraakt te hoeven worden, door bijvoorbeeld ouders of de buitenwereld. Nu er nieuwsgierigheid is over-en-weer hoeven de oordelen niet meer. Er ontstaat ruimte voor kwetsbaarheid.”

Onderwijzend personeel: ‘oordelen’ hielp om het probleem duidelijk te maken. Toen systemisch kijken mee ging doen, kwam er ruimte voor het verdriet en andere emoties bij mij. Ik voel verbinding ontstaan tussen school en zijn personeel in het kwetsbaar mogen zijn en het oordelen los kunnen laten. Dat leidt ertoe dat ik een bodem voor groei voel.

De afgewezen ouder: Die bodem voor groei die ontstaat door het erkennen van emoties en daar verantwoordelijkheid voor nemen zorgt ervoor, dat ook de kwetsbaarheid van de betrokkenen in de hele driehoek (leerling-ouder-leraar) er kan zijn. Dat voelt als een warm bad. Als school, het team naar mij kunnen laten zien dat zij ook de kwetsbare, afgewezen leerkracht / ouder zijn geweest, dan biedt dat perspectief. De eerste stap komt van school en onderwijzend personeel. We kunnen ons als ouders verbinden, omdat we welkom zijn in kwetsbaarheid en elkaar (docent en ouder) daarin erkennen en herkennen.

School/ onderwijzend personeel hebben wel de eerste stap te zetten in het tonen van hun kwetsbaarheid – hun emoties en hun twijfels en vragen. Dat kan ik als ouder niet doen.

Ouders jonge kind: hoe is het met het jonge kind? Ik had geen zicht meer op het jonge kind en dat heb ik nu weer terug. Ik was vooral bezig met wat het kind moet bereiken en verloor daardoor het ‘jong zijn’ uit het oog. Ik ervaar veel liefde en waardering voor het onderwijzend personeel. Ik heb inzicht in hoe de hazen lopen. Het voelt als een nieuw begin.

Lerende: boos op mijn moeder (ouders van het jonge kind) die voor moet dringen. Ik dacht dat onderwijs om mij ging, blijkbaar niet. Ik hoop echt dat het onderwijzend personeel niet bij mij en mijn vriendinnetje steun gaat zoeken, maar bij hun eigen collega’s. We moesten al sorry zeggen tegen onze ouders omdat we thuisonderwijs krijgen.

Leerling-kind: Ik was blij dat de ouder sprak.

Onrust: ik zat vooral in het hoofd, laatste stukje vooral gevoeld dat het gaat om gezien willen worden en vastgehouden willen worden. Ik wil twee armen om me heen die de onrust vastpakken. Het resoneert: herkennen en erkennen van de kwetsbaarheid en daardoor in verbinding zijn. Ook belangrijk om de onrust er te laten zijn.

Vraaginbrenger: heel blij dat onderwijzend personeel ondersteuning en erkenning kreeg. Het pijnlijke van de opstelling was, dat dat er in het begin niet was.

Systemisch kijken: ik merk dat ik probeer alles zo omvattend mogelijk te bekijken. Ik zag de verbinding tussen de delen vooral als mensen naar elkaar luisteren en naast elkaar gaan staan. Dan is er ook verbinding.

Ik denk dat dat heel belangrijk is. Alles erbij betrekken en begrijpen: “diegene naast mij zou wel eens net zo kwetsbaar kunnen zijn als ik.” Op het moment dat leerkracht en ouder naast elkaar kunnen staan in gedeelde kwetsbaarheid, dan is er echt ruimte om te leren en te spelen en te zijn.

Consulent: ik sluit me aan bij systemisch kijken zegt. Ik haal er voor mezelf uit dat ik dat eigenlijk al doe in mijn rol. Er staat voor mij iemand tussen consulent en leerkracht, namelijk de IB-er /zorgcoördinator. Daar wil ik meer mee.

Oordelen: ik ben er in eerste instantie om het onderwijzend personeel te beschermen. Door de kwetsbaarheid van de ouders en leerkrachten in te sluiten is ‘oordelen’ niet meer nodig

School: Frappant dat de directie niet aanwezig is. En ik denk dat dat goed is geweest, omdat er andere belangen spelen voor de directie dan voor mij.
Onrust: ik snap wel dat niemand meer in de schoenen van de directeur wil gaan staan, omdat zij helemaal niet kwetsbaar mogen zijn.

Over (h)erkenning van kwetsbaarheid

Het is aan de school om ruimte te geven aan de kwetsbaarheid van de leraar. En die kan zich vervolgens ontspannen en daarmee verbinding maken met de (kwetsbaarheid van de) ouder. En dan kan ook de kracht en kwetsbaarheid van het kind er zijn.

Kijktips over kwetsbaarheid
Geert Kelchtermans: “De dagelijkse praktijk van leerkrachten is vergelijkbaar met de kwetsbaarheid van ouders. Het helpt om met elkaar verhalen te delen.” 
https://www.youtube.com/watch?v=8zPbHDLw8pY

Brené Brown over de kracht van kwetsbaarheid:

The power of vulnerability | Brené Brown

Opstelling begeleid door Sander Galjaard

Verslag geschreven door Femmy Wolthuis (februari 2021)