Wat als je alles, dat er is, welkom heet?

In de dagelijkse praktijk op en om de school krijg je met van alles en nog wat te maken. De school is een mini-samenleving op zich. Wij gaan uit van dat de school een gemeenschap is van mensen, die onderling met elkaar in verbinding staan, die een web van relaties vormen.

Blije, verdrietige, nieuwsgierige, afgehaakte, gefrustreerde kinderen. Dankbare, zorgzame, boze ouders. Hardwerkende, liefdevolle, in zich zelf teruggetrokken collega’s. Onzichtbare en zichtbare verwachtingen van de wijk, de stad, de samenleving, rondom jou, rondom de school.

Hoe ga jij daarmee om? Hoe raakt jou dit? Hoe sluit jij dit alles in? Welke plek heeft daarin je eigen verleden en het verleden van de school?
En, wat gebeurt er als je je eigen verlangen inbrengt? Wat ontvouwt zich dan richting de toekomst? Wat als je vanuit je eigen verlangen leeft?

De introductie hierboven heeft een bedding door de vraag van de Systemische Werkplaats Onderwijs: hoe kan de school een vitaal ecosysteem zijn en daarmee bijdragen aan het vormen van een nieuw verhaal over onderwijs?

Vanuit deze context willen we graag samen met jou samen onderzoeken wat er zichtbaar wordt.

Triggert dit verhaal je? Wil je zelf een vraaginbrengen? Meld je dan aan voor de Systemische Werkplaats Onderwijs op 24 april 2024 door naar deze pagina te gaan www.hetonderwijs.org/systemische-werkplaats/

Praktische informatie
Locatie: Kerk aan het Lint Ahlendorperweg 103 Vleuten
Tijd: 15.30 uur (inloop), 16.00 (start), 20.00 uur (einde)
Kosten: € 30,- (zaalhuur en eenvoudige maaltijd)

Wanneer gaan middelen stromen?

Het is een bijzondere Systemische Werkplaats Onderwijs dit keer. Voor het eerst in haar 12-jarig bestaan hebben we een Werkplaats afgezegd vanwege te weinig deelnemers. Er is zeker belangstelling om met elkaar de vraag te onderzoeken “Wanneer gaan publieke middelen stromen naar initiatieven die het nieuwe in het onderwijs zichtbaar maken?” Bij sommigen komt er op het laatste moment iets tussen en in deze tijd van het jaar eist ook de griep haar tol.  

En, alles wat er gebeurt, zien wij als informatie. Dus de vraaginbrenger, Jacolien van Dijk, Sander Galjaard, Corinne Jongeneelen en Femmy Wolthuis ontmoeten elkaar online om te onderzoeken of en zo ja welke betekenis en welke vingerwijzigingen er te vinden zijn in deze gang van zaken.  

Overvloed – bron: academ.nl

Wendbaar zijn vraagt om tijd
Wat wij zelf hebben ervaren deze dag, is dat het is gegaan over wendbaar zijn, schakelen en terugkeren naar het stille punt in jezelf om aandachtig aanwezig te kunnen zijn in de hectiek. Zodat er ruimte is om de vraag te stellen ‘wat wil er nu gebeuren?’ ‘Wat is er nu dienend?’ 

We zien om ons heen – in het onderwijs zelf en ook in de ontwikkelingen die gaande zijn in de samenleving – dat dit vaardigheden zijn die steeds belangrijker worden.  We constateren dat het nodig is om hier tijd en ruimte voor te maken. En vragen ons af hoe het komt dat het zo moeilijk is om dit te doen. Het doet Sander denken aan een tekst van Arjan Broers, die hij uitsprak tijdens een bijeenkomst in de Dominicuskerk eind januari: 

“Ik denk dat velen van ons verlangen, snakken misschien wel, naar systemen waarin ruimte is voor wat ons heilig is, voor wat we niet begrijpen, wat verwondert, stil maakt, ontroert, verbindt. 

Ik denk dat we daar niet alleen op ons eentje, maar ook samen ruimte voor moeten maken. Dat we samen ons vermogen moeten ontwikkelen om niet alleen te spreken, maar ook te zwijgen. Om niet alleen te nemen, maar ook te ontvangen en terug te geven. Om niet alleen te willen en te beheersen, maar ook te vertrouwen en te delen. Om niet alleen te analyseren, maar ook te begrijpen en verbinden. Om niet alleen te streven, maar ook te laten.” 

Drijfveren
We komen ook te spreken over drijfveren van waaruit je bezig kunt zijn met onderwijsvernieuwing. Vanuit zorg om de toekomst van onze kinderen komen er veel mensen in beweging. We voegen in het gesprek nog een beeld toe. We ontdekken namelijk dat we hier naast de toekomst van de kinderen in eerste instantie ook voor onszelf mee bezig zijn. Het is een vorm van zelfzorg en leven vanuit roeping om vanuit bepaalde waarden het onderwijs te willen organiseren. Daarmee ligt de drijfveer nog dichter bij ons eigen verlangen. Het is onze ervaring dat dat nog krachtiger maakt. Het is een bron om op terug te vallen als het tegenzit. En we kunnen nog beter verbinding maken, omdat we authentiek zijn en verschijnen met wat ons aan het hart gaat. We hoeven mensen dan niet te overtuigen. We zijn wie we zijn en kunnen daardóór inspirerend zijn voor anderen. Dat betekent dat we geen offers hoeven te brengen, omdát we dichtbij onszelf blijven en het vertrouwen hebben dat het precies goed komt, zoals het loopt. Kinderen een omgeving bieden – thuis en op school – waar ruimte is om deze innerlijke vrijheid te ervaren en ontwikkelen. Zou het kunnen zijn dat dit een pijler is onder de bedoeling van onderwijs?  

Samenwerken
Hierop voortbordurend komen we uit bij het thema van de twee driehoeken: vader-moeder-kind en kind-ouder-leerkracht (pedagogisch-didactische driehoek). De laatste kan alleen goed werken als de eerste op orde is. Daar ligt een grote uitdaging door de manier waarop we op dit moment onze samenleving hebben ingericht.   

We zien een toename van de maatschappelijke problemen en vragen steeds meer van het onderwijs om hier een antwoord op te geven. Het roept de vraag op in hoeverre onderwijs nog wel onderwijs is. Scholen zijn veel gaan dragen van de maatschappij. 

We hebben voor deze avond heerlijk, vegetarisch eten besteld en dat staat klaar om opgehaald te worden. Alleen, wij komen niet. Hoe mooi is het, dat Jacolien het eten mee kan nemen naar een activiteit van de Lophi-school, waar ze net bezig zijn met de vraag hoe ze ook gezonde voeding uit de omgeving kunnen krijgen?  

Hypothese
We maken de cirkel rond. Er ontstaat een hypothese op basis van bovenstaande verkenning. “Wanneer gaan publieke middelen stromen naar initiatieven die het nieuwe in het onderwijs zichtbaar maken?” Zou het zo kunnen zijn dat het gaat stromen als we vanuit overvloed en in volle verbinding met ons eigen verlangen verschijnen, verbinding maken en creëren?  

De leerling roept het onderwijs op het matje: grow up!

Verslag Systemische Werkplaats Onderwijs 22 november 2023

“Hoe kan een stad een pedagogisch educatief ecosysteem zijn?” Met deze vraag van een beleidsmedewerker in een stad in Nederland gaan we op onderzoek uit. Dit doen we door middel van een opstelling in de ruimte, waarbij mensen representant zijn voor elementen die betrekking hebben op de vraag. We nemen jullie mee in de belangrijkste inzichten.

De beleidsmedewerker plaatst de volgende elementen intuïtief in de ruimte: de bedoeling, educatief, pedagogisch, de stad, de VO-leerlingen en ecosysteem. ‘De ouders’ melden zich ook direct. “Het ecosysteem begint hier [bij de leerlingen en ouders].”
‘De ouders’ (moeder) wil voor de VO-leerling springen om haar te beschermen tegen het systeem dat van alles van de leerling wil maar nog niet voelt als een veilige omgeving om je kind in los te laten. De ‘VO-leerling’ geeft aan dat dat niet nodig is. ‘De ouders’ kunnen nu loslaten vanuit vertrouwen in het kind.

bron: https://sciencesss2017.blogspot.com/2016/06/ecosystem-definition-types-levels-and.html

Wat opvalt is dat alle elementen – letterlijk, door de kleden in de ruimte – op een eiland staan. Alleen ‘bedoeling’ en ‘educatief’ staan op hetzelfde kleed met de rug naar elkaar toe. ‘Educatief’ geeft aan dat het niet haar ‘bedoeling’ is.

Bij het verkennen van het veld gaan we als begeleider bij de representanten langs en vragen hen te vertellen wat ze waarnemen in hun lijf en of ze verbinding hebben met één van de andere elementen. Als laatste komt “VO-leerlingen” aan de beurt: “Zo gaat het altijd. Er wordt over ons gesproken, niet met ons. Praat met me. En overigens vind ik het een saaie boel hier. Het duurt allemaal eindeloos, er zit geen leven in. Dat is wel wat ik zoek. Ik heb een docent nodig die me echt ziet, en niet die alleen kennis overdraagt.”

Verschillende representanten rapporteren over kou. Er staan ook een paar representanten duimen te draaien. Op verschillende momenten in de opstelling ontstaat er woede, die begrenzend is, waardoor de levendigheid in het systeem toeneemt.

‘De stad’ geeft aan dat het warmte en levendigheid binnen haar muren wil. Ze nodigt ‘ecosysteem’ uit om meer in het midden van het veld te komen staan en plaatst deze in de buurt van ‘de bedoeling’. Ook dit brengt beweging. Het gaat ‘de stad’ vooral om dat de onderlinge verbindingen er zijn. ‘Het ecosysteem’ haakt daar wel op aan. ‘De stad’ doet een paar stappen achteruit.

“Educatief” geeft aan de leerlingen uit te nodigen om te komen. De “VO-leerlingen” zegt daarop: “Op zichzelf wil ik wel komen, maar niet als alles al vastligt zoals nu. Ik heb ruimte nodig om me te kunnen ontwikkelen. En ik heb het nodig dat jij mij als mens ziet en niet alleen als leerling. Ik vind het fijn als je naast me komt staan. Laat het me zelf doen. Ik zal vallen, ik zal ook echt wel weer opstaan. En lukt dat niet, dan is het fijn als je me daarbij helpt.”

De ‘overheid’ wil gaan regelen door daadkrachtig in te grijpen (“ik ben er altijd”) . Als de ‘stad’ en het ‘ecosysteem’ laten zien waarmee ze bezig zijn, wordt de ‘overheid’ iets rustiger en blijft op afstand.

Dit zorgt ervoor dat pedagogiek en educatief naast elkaar komen te staan. Het verlangen bij deze twee naar verbinding is er, dat is nog niet zo eenvoudig gemaakt. Met name ‘educatief’ doet in de ogen van de VO-leerlingen moeilijk en ze roept het onderwijs op het matje: “Stop met zeuren, grow up!”

Tot nu toe staat ‘de bedoeling’ centraal opgesteld. Als ‘de bedoeling’ een stap achteruit doet, ontstaat er verbinding in het veld. ‘De bedoeling’ geeft aan groter te zijn dan de woorden die getracht worden eraan te geven. Alle menselijke pogingen om de bedoelingen te verwoorden, schieten tekort. “Ik ben afhankelijk van de context, groot en ongrijpbaar”. De ‘bedoeling’ is er gewoon en voelt heel duidelijk weerstand iedere keer als één van de elementen zich de bedoeling toe-eigent.

Het slotbeeld is dat de leerling stevig staat met de ouders achter zich, op afstand betrokken en als het nodig is naast de leerling. ‘Het ecosysteem’ – dat ook staat voor ‘de maatschappelijke organisaties’ ‘pedagogiek’ en ‘educatief’ vormen de bedding waarin de ‘VO-leerlingen’ zich kunnen ontwikkelen.  De elementen zijn gelijkwaardig aan elkaar. Er is een bedding rondom de VO-leerling. Het gaat om leren en opgroeien tot volwassene en dat geldt voor alle betrokkenen, jongeren èn mensen die al ouder zijn.

Achtergrond bij de Systemische Werkplaats Onderwijs

De Systemische Werkplaats Onderwijs is een plek om samen systemisch te onderzoeken wat zich aandient in de onderstroom van het onderwijs en/of te experimenteren met welke toekomst zich aandient in het onderwijs.

Rode draad in de bijeenkomsten die we organiseren is de vraag: “Hoe ziet het onderwijs eruit als we als uitgangspunt nemen dat we als mensen verbonden zijn met al het leven om ons heen? Concreet vertaald naar het onderwijs: hoe kan de school een vitaal ecosysteem zijn en daarmee bijdragen aan het vormen van een nieuw verhaal over onderwijs?” Meer informatie vind je hier.

Hoe kan de school een vitaal ecosysteem zijn en daarmee bijdragen aan het vormen van een nieuw verhaal over onderwijs?

Welkom bij de systemische werkplaats onderwijs 2.0. Een jaar lang heeft de Werkplaats stil gelegen voor opstellingen omdat we merkten dat het oorspronkelijke thema van de Werkplaats haar bestemming had bereikt. Sinds 2011 zijn we bezig geweest met de vraag: “Wat is er nodig om meer verbinding tussen leerlingen en docenten/leidinggevenden/onderwijssysteem te realiseren? “.

In het jaar van niet-doen hebben wij niet stil gezeten. Het rijpingsproces van de Werkplaats was in volle gang, want we wisten ook dat de Werkplaats zelf haar bestemming nog niet had bereikt. En dat is gebleken. Met 26 deelnemers, waaronder één kind van de deelnemers onderzochten we samen de hoofdvraag uit de titel:

hoe kan de school een vitaal ecosysteem zijn en daarmee bijdragen aan het vormen van een nieuw verhaal over onderwijs?

Noot vooraf: wat we hebben gezien in deze opstelling was groot en veel omvattend, dat is niet goed in een verslag te vatten. Wat volgt is de betekenis die de opstelling voor ons heeft gekregen.

De hoofvraag komt voort uit de vooraf door deelnemers aangeleverde vragen:

  • Hoe ziet het onderwijs eruit als we als uitgangspunt nemen dat we als mensen verbonden zijn met al het leven om ons heen?
  • Hoe ziet onderwijs eruit als we uitgaan van de verbinding tussen mij – natuur, mij – ander en mij – Zelf
bron: medium.com (Otto Scharmer)

In deze opstelling wordt duidelijk dat de natuur, het Hogere Zelf en de stem van alle leven belangrijke factoren zijn voor een vitale schoolorganisatie. Het zijn natuurlijke, bestaande elementen waar de stem van het kind naartoe getrokken wordt. Het lijkt de innerlijke, onontkoombare en natuurlijke beweging van de stem van het kind in het leven te zijn richting de natuur, het Hogere Zelf en de stem van alle leven. De stem van het kind wil graag dat het onderwijs hiermee ook verbinding maakt. Het onderwijs weet niet hoe zij moet omgaan met de oproep van de stem van het kind.

Pas als destructie haar werk doet door elementen weer in de juiste proporties te brengen, kan er meer verbinding ontstaan.

Verloop van de opstelling

De grote krachten natuur, het Hogere Zelf, de stem van alle leven zoeken elkaar op in de ruimte. Ze vormen een krachtige driehoek, waartussen het stroomt. Er is ontroering bij hen. Het gaat over het Zijn in een verticale verbinding. De natuur zit op de stoel van de toekomst. 

De stem van het kind kan eerst nog geen verbinding maken met de elementen natuur, hogere Zelf en de stem van alle leven en is in zichzelf gekeerd. Het element ‘Ik’ overziet het van een afstandje en geeft aan dat de bovengenoemde driehoek een groots veld is.

Het onderwijs staat aan de zijlijn en is toeschouwer van wat er zich afspeelt. Het element ‘illusie’ komt naast het onderwijs staan. De stem van het kind wil verbinding maken met het onderwijs. Stem van het kind is nieuwsgierig en wordt een halt toegeroepen. Ze is in verwarring, het mag/kan niet. Er is een interne tweestrijd. Onderwijs en illusie staan aan de zijkant, ze deinzen terug voor de dynamiek die gaande is. Stem van alle leven is verbonden aan bewegelijkheid, het hart en spelen en bij het laatste kan het onderwijs aanhaken. Hogere Zelf is voor het onderwijs oké.

In de dynamiek van de opstelling gebeuren halverwege twee aspecten die van belang zijn: de elementen in de opstelling geven aan ons als begeleider aan, meer los te laten. Om eerder holding space te maken voor de opstelling dan om te interveniëren in de opstelling. We geven hieraan gehoor en we blijven in aandacht aanwezig bij de opstelling om waar te nemen hoe de opstelling zich ontvouwt. Er is een gevoel van opluchting bij de begeleiders. De opstelling blijft zich op een natuurlijke wijze ontvouwen. Als begeleiders hebben we te erkennen dat we met grote krachten werken, die tot hun recht komen door een context te creëren. Niet door te sturen.
Een tweede aspect is dat het element destructie zichtbaar. Dit blijkt een belangrijk kantelpunt in de opstelling. We zien dat destructie een neutraal begrip is. Het is noch goed noch fout. Het is er. Destructie is een kracht die onlosmakelijk verbonden is met het leven. En het heeft een belangrijke functie in de dynamiek van de opstelling en in de transformatie die in de opstelling zien gebeuren. Destructie richt zich vooral op de elementen Ik en de Ander (en op het construct?). Destructie maakt deze twee elementen weer in de juiste proporties, ze kunnen weer terug naar de juiste mate, met nederigheid. Ik en de Ander vormen vanaf dat een paar, waarbij Ik als de binnenwereld en de Ander als de buitenwereld wordt gezien. Ze gaan naast elkaar zitten.  Nu kan het licht zich aandienen als element. Nadat destructie haar werk heeft gedaan, ontstaan er paren: donker-licht/ik-ander/onderwijs-illusie als ware het een huwelijk. Het biedt ondersteuning en ruimte, rust en openheid.

Omdat Ik en de Ander zo bezig waren met zichzelf, raakt het onderwijs voor hen uit beeld. Nu Ik en de Ander weer in juiste proporties zijn, kunnen ze het onderwijs weer zien.

Aan het eind van de opstellingen lijken er paren te ontstaan, die verbinding zoeken: Ik-Ander en Onderwijs-Illusie. En, er is aan het eind heelheid wanneer het licht, destructie en het kind in het midden op een rijtje zitten.

Noot

De opstelling maakt diepe indruk op de aanwezigen en op ons begeleiders, Femmy Wolthuis en Sander Galjaard (verslag).

Versterk jouw schoolleiderschap in de eerste 100 dagen op school

Als je als schoolleider begint op een school, komt er veel op je af. Om je hierin te ondersteunen hebben we het zogenaamde ‘100 dagen document: Versterk jouw schoolleiderschap in de eerste 100 dagen op school’ gemaakt.

Dit document helpt je om van je frisse blik gebruik te maken door bewuster te kijken tijdens de eerste honderd dagen in jouw nieuwe rol, waardoor je nog meer inzicht krijgt in de boven-en onderstroom van jouw organisatie.  Je vergroot je systeem- en zelfbewustzijn en daarmee jouw impact als schoolleider. Zo kun je je leiderschap helderder vormgeven en beter vaststellen wat je samen met je team, leerlingen en ouders wilt gaan doen.

Vervolg
We kunnen ons voorstellen dat het fijn is om met iemand te sparren naar aanleiding van het gebruik van het 100 dagen document. Als je wilt:

  • duiden we met jou samen wat de waarnemingen betekenen voor de organisatie en voor jouw leiderschap
  • onderzoeken we met jou hoe de ervaringen op school jou raken, zodat je vrijer bent in je leiderschap
  • kijken we met je mee naar de onderstroom in jouw organisatie
  • denken we met je mee hoe je je team, de bestuurder en de MR meeneemt in de bevindingen die je wilt presenteren
  • geven we samen met jou vorm aan het proces na de eerste 100 dagen om de organisatie mee te nemen in de gewenste ontwikkelingen

Neem contact op met femmy@inmundo.nl, 06 – 129 35 352 en sander@inmundo.nl, 06 – 52 41 48 29 als je dit wilt.

Over diversiteit en inclusiviteit

De school als ontmoetingsplaats voor diversiteit en oefenplaats voor inclusiviteit

De Systemische Werkplaats Onderwijs van 11 mei 2022 stond in het teken van de vraag: ‘Hoe kan het onderwijs een ontmoetingsplaats zijn voor diversiteit en een oefenplaats voor inclusiviteit?’

Na de bijeenkomst schreef Femmy Wolthuis een artikel op LinkedIn waarin ze inzichten opgedaan tijdens deze Werkplaats verwerkt. Je vindt het hier.

De vraag is ingebracht door Jan Jaap Hubeek en Wouter Modderkolk. Zij zijn verbonden aan het lectoraat Waarde(n) van Vrijeschoolonderwijs en doen onderzoek naar deze vraag. Ze zeggen daarover: “De school als oefenplaats voor het leven in de wereld zou ook een plaats moeten zijn waar je als leerling die diversiteit kunt ontmoeten, leren kennen en kunt leren om jezelf daartoe te verhouden. Dat laatste vraagt ook dat schoolgemeenschappen niet alleen een afspiegeling van de samenleving vormen, maar ook een oriëntatie hebben op inclusiviteit. Waar diversiteit ruimte maakt voor en zicht geeft op de verschillen tussen mensen, gaat inclusiviteit over het ontwikkelen van onderlinge verbondenheid ondanks of beter nog, dankzij die verschillen.” Meer achtergrondinformatie bij het onderzoek van Wouter Modderkolk en Jan Jaap Hubeek vind je hier

We zien binnen het Vrijeschoolonderwijs en ook daarbuiten dat de dagelijkse praktijk weerbarstig is en dat bovenstaande niet eenvoudig is te realiseren. Tijdens deze Systemische Werkplaats Onderwijs hebben we gekeken naar de onderstroom die zichtbaar wordt rondom dit thema.

De cirkel van volle potentie: gaan staan in jouw mannelijke én vrouwelijke kracht

“Hoe ga ik om met al die verschillende meningen en houd ik koers?” “Wat is mijn reactie als collega’s of ouders fel en vijandig reageren op een besluit dat ik heb genomen in deze Coronatijd?” “Hoe ga ik ermee om dat ik het in deze tijden eigenlijk nooit goed kan doen?”Met deze vragen startten we de online Systemische Werkplaats Onderwijs van 2 februari 2022.

Achtergrond van de opstelling

Allereerst een technische toelichting op de Systemische Werkpplaats Onderwijs. Met het instrument opstelling onderzoeken we wat zich afspeelt in de onderstroom (wat wel voelbaar maar nog niet zichtbaar is). Een ‘klassieke’ opstelling heeft een vraaginbrenger met een vraag, een thema of een verlangen dat hij/zij wil onderzoeken. Dat geeft focus en richting aan het systemische onderzoek in de opstelling. Met de Systemische Werkplaats Onderwijs experimenteren we ook met andere manieren om tot inzichten te komen. Zo gebeurt dat ook in deze opstelling. Na een inleidende verkenning worden de representanten gezocht en dan volgt de opstelling.

Er is bij deze Werkplaats niet één vraaginbrenger, maar meerdere. We zoeken samen met de deelnemers aan de hand van de vragen welke focus we kunnen aanbrengen in de opstelling. In het inleidende interview halen we beelden op, waarnemingen en vragen. Er komt naar voren, dat deelnemers hun ijkpunt kwijt zijn, niet meer weten aan wie of wat ze zich moeten verbinden, dat ze ‘het’ op dit moment even niet weten.

Het blijkt niet te lukken om tot een vraag te komen, totdat een vrouwelijke deelnemer aangeeft: “Ik representeer de jongens in het onderwijs. Jullie praten er maar over, maar doen niks. Daarvan word ik verdrietig.“ Dit gebeurt vaker bij een systemische werkplaats dat deelnemers al representant voor iets wat zichtbaar wil worden tijdens het verdere systemische onderzoek.

In afstemming met de groep gooien we het roer om en vragen de andere deelnemers ook af te stemmen op wie ze mogelijk representeren. Daaruit volgt: nieuwsgierigheid, de vaders, de overheid, de docent, het niet-weten, spanningsveld, actie/doen. De opstelling en de bovengenoemde vraagstelling is vanuit het perspectief van de docent.

Het lege midden blijkt terug te komen in het inleidend gesprek. Het lege midden is de plek tussen de polariteiten. En het lege midden is een plek van het niet-weten, voor veel deelnemers is dat een prima plek. Het lege midden is een plek van verbinding, het heet geen ‘het lege buiten’. Het gaat om een kring, over insluiting, het gaat over het niet-oordelen. Trauma wordt in het inleidend interview wel genoemd en niet gekozen als representantenrol.

Voor de helderheid nog een keer de beginvraagstelling “Hoe ga ik om met al die verschillende meningen en houd ik koers?” “Wat is mijn reactie als collega’s of ouders fel en vijandig reageren op een besluit dat ik heb genomen in deze Coronatijd?” “Hoe ga ik ermee om dat ik het in deze tijden eigenlijk nooit goed kan doen?”

Verloop en inzichten van de opstelling

Alle representanten in de opstelling zijn met zichzelf bezig, er lijkt geen verbinding te zijn. Er wordt in eerste instantie nog in polariteiten en tegenstellingen gedacht. Iedereen zit op zijn eiland. Uiteindelijk blijkt dat je het samen kan redden.
Iedereen wil het anders, alle kanten op, er is geen focus. Daar is wel behoefte aan (vooral bij docenten).

Vaders willen een rol spelen in het onderwijs, maar de docenten willen dat niet. Er lijkt een dynamiek te zijn tussen deze twee van niet-erkenning. Daarom komt er geen beweging. Vaders worden voor hun gevoel eenzijdig bekeken, eerder dader-achtig. En daarmee niet welkom bij het vrouwelijke, lieve van het onderwijs. Vaders lijken met (school-)trauma’s te zijn grootgebracht. Het lijkt vast te zitten.

De jongens proberen te provoceren en geven hiermee verschillende voorzetjes voor het onderwijs, die niet worden opgepakt. Jongens voelen zich niet begrepen en geven het op, ze zullen wel nooit begrepen gaan worden en zoeken hun heil in werken en leren in het bedrijf. Ze zeggen ‘dag’ tegen het onderwijs. De jongens werken hard voor het onderwijssysteem door te provoceren.

De overheid is het gehele eerste deel van de opstelling afwezig, komt niet in beweging.

Docenten hebben hun eigen trauma’s op te lossen en hun verantwoordelijkheid te nemen.

Op verschillende plekken is er sprake van een af-stand, af-haken, af-wezig

De eerste beweging komt voort uit de uitnodiging van nieuwsgierigheid om elkaars verhalen te horen, zonder oordelen en uit nieuwsgierigheid, te beginnen met de vaders, de leerkrachten en de jongens in het onderwijs.

De tweede beweging komt voort uit het feit dat vaders hun trauma-deel laten zien. De pijn zit hem in dat de pure kracht van de vaders niet gezien wordt, dat dit de kracht vanuit de hemel is. De representant laat een beeld zien van de hemelse stier, die gaat over kracht én begrenzing. Verandering komt tot stand als het trauma wordt opgelost. De weg via het trauma naar de kracht.

Het Gilgamesj epos: Gilgamesj ontmoet de hemelstier
Jan de Kok

Er volgt een toelichting van de representant van de vaders, een boodschap voor docenten: mannelijke energie (die niet perse alleen bij mannen zichtbaar is, ook bij vrouwen) gaat over kracht, het gaat over het niet-afhankelijkheid zijn. Het gaat over het insluiten van hun eigen kracht. Het is ook durf. Je mag in je goddelijke kracht staan als je docent bent. Dat je dat aandurft. En, het gaat over controle loslaten.

De overheid is blij en opgelucht van de mannelijke kracht die in de opstelling komt, denkt dat mannen beter naar de overheid luisteren, gaat dicht bij de mannelijke kracht staan.

Nieuwsgierigheid is nog sceptisch of de verandering duurzaam is nadat mannelijke energie is gaan staan. Nieuwsgierigheid voelt wel met de mannelijke een enorme potentie. Volledige potentie (helemaal in je kracht gaan staan) is een evenwicht/balans tussen het mannelijke en vrouwelijke energie.

Vrouwelijke docenten gaan “in een cirkel gaan, om het onderwijs heen”, dat voelt als kracht. Gezamenlijk vormen van een cirkel. Niet een ego-beweging, maar gaan staan in relatie tot het geheel waarvan je uitmaakt.

In het begin stond iedereen in een kring rond het lege midden. Het gaat er om dat je elkaar hier wel in kunt ontmoeten, vanuit zowel de mannelijke en vrouwelijke energie.

Corinne Jongeneelen

Sander Galjaard

28 maart 2022

Met twee koffers vol liefde naar huis

De rode draad van de Systemische Werkplaats Onderwijs van 3 november 2021 is de passie om betekenisvol onderwijs voor leerlingen en studenten vorm te geven. Waarbij een ieder op eigen wijze de vraag heeft ‘wat heb ik te doen om samen het onderwijs zo in te richten dat onze kinderen worden gezien en het hen voorbereid op de toekomst?’

Koffer vol liefde
www.hetstipje.nl

Een leerkracht brengt de volgende vraag in: “Ik lever kwaliteit, hoe kan het dat mijn leidinggevende en collega’s me niet zien staan en niet mee willen gaan in mijn visie op hoe ons onderwijs ingericht zou kunnen worden?!” Met deze vraag gaan we aan het werk.

“Met twee koffers vol liefde naar huis” verder lezen «Met twee koffers vol liefde naar huis»” class=”more-link”>Lees verder…

Nieuwe collega’s

Vanuit In Mundo dragen we bij aan zinvol en betekenisvol onderwijs. Leerlingen, ouders en medewerkers ontmoeten elkaar als mens rondom de ontwikkeling en het leren van kinderen. We dragen bij aan gezonde en levendige onderwijsorganisaties die het potentieel in de wereld ontwikkelen en daarmee helpen antwoorden te vinden op de uitdagingen waar we in de wereld voor staan. Dit doen we door het leiderschap van alle betrokkenen te ontwikkelen.

Steeds meer mensen zoeken ons op om met ons samen te werken. Daarom stellen we graag onze nieuwe collega’s Corinne Jongeneelen en Floris Alberse aan jullie voor. We zijn blij dat ze op ons pad zijn gekomen, vol hun plek hebben genomen en bij willen dragen aan de bedoeling van In Mundo Coöperatie U.A.

Corinne en Floris verrijken ons team met hun eigen mens-zijn, kwaliteiten en ervaring. Vanuit hun levensgeschiedenis en leiderschap dragen ze bij. Ben je nieuwsgierig naar hun achtergrond, kijk dan even op hun LinkedIn-profiel: Corinne en Floris.

Macht en onmacht

Systemische Werkplaats Onderwijs 21 april 2021

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Macht-en-onmacht-768x1024.jpg
tekening: Caroline van Amerongen

Tijdens deze online Werkplaats hebben we de collectieve wijsheid benut rondom het thema ‘Macht en onmacht’. Dit keer geen opstelling.

Wat hebben we wel gedaan? We hebben de tegenpolen macht en onmacht ‘onderzocht’ in de verbeelding/ vanuit het beeld van een lemniscaat. Een aantal deelnemers hebben het beeld van de lemniscaat gelopen om de polariteit van macht en onmacht eerst zelf aan de lijve te ervaren, anderen hebben getekend om te voelen wat polariteit macht en

onmacht met je doet. En vanuit deze ervaringen en gevoelens hebben we een verbinding gemaakt met een vraag in het onderwijs. We nemen jullie mee in alle gevoelens, ervaringen en inzichten die we met elkaar hebben gedeeld.

“Macht en onmacht” verder lezen «Macht en onmacht»” class=”more-link”>Lees verder…